Obsessieve-compulsieve stoornis en de behandeling ervan: medicatie? Psychotherapie is de sleutel
De behandeling voor deze stoornis is langdurig, vaak levenslang.
Het bestaat uit een combinatie van medicatie en cognitieve gedragstherapie - psychotherapie die zich richt op het veranderen van gedrag en gewoonten.
Bepaalde antidepressiva die ingrijpen op het serotoninemetabolisme blijken het beste therapeutische effect te hebben, ook al is obsessieve compulsieve stoornis geen depressieve ziekte.
Effectieve antidepressiva zijn onder andere de zogenaamde SSRI's - selectieve serotonine heropname remmers.
SSRI's verhogen het tekort aan serotonine in de hersenen en helpen het chemische evenwicht te herstellen. SSRI's worden in de meeste gevallen goed verdragen en hebben minimale bijwerkingen, die na een paar weken afnemen.
De meest voorkomende bijwerkingen zijn seksuele disfunctie, slapeloosheid of spijsverteringsproblemen. De werking van antidepressiva bij OCD is trager dan bij depressie en er wordt meestal een hogere dosis gebruikt.
Effectiviteit van de behandeling
De effectiviteit van de behandeling wordt beoordeeld na de acute fase, dat wil zeggen na 10-12 weken dagelijkse medicatie. Als patiënten geen baat hebben bij een behandeling met SSRI's, worden ook andere geneesmiddelen gebruikt, zoals clomipramine of venlafaxine.
Er zijn echter ook meer bijwerkingen bij deze groep medicijnen.
De behandeling bestaat ook uit verschillende psychologische sessies waarin patiënten worden blootgesteld aan een echte angstsituatie zonder de mogelijkheid om een dwangmatige handeling uit te voeren. Door deze methode komen ze erachter dat, hoewel ze niet voldoen aan hun opdringerige gedachten en fantasieën, alles nog steeds in orde is.
De therapie is invasief en bestaat meestal uit één sessie per week, voor een duur van 13-20 weken. Er is echter een ander alternatief, namelijk dagelijkse therapiesessies gedurende 3 weken.