Behandeling van schwannomen: observatie, indien nodig chirurgie + andere methoden

Als de tumor klein van omvang is en geen belangrijke hersenstructuren samendrukt, is frequente controle met MRI en regelmatige audiometrie aangewezen zonder therapeutische interventie.

Elke behandeling gaat gepaard met complicaties en bijwerkingen die de neurologische toestand van de patiënt zelfs licht kunnen verslechteren. Daarom moet de risico-batenverhouding worden afgewogen.

Als de tumor echter al te groot is, wordt overgegaan tot behandeling. Er zijn verschillende methoden om de tumor te verwijderen of de groei ervan te stoppen.

De belangrijkste behandelmethoden voor akoestische neuroma zijn:

  • Neurochirurgie
  • Stereotactische radiochirurgie
  • Stereotactische radiotherapie

Bij de beslissing of een invasieve operatie of een niet-invasieve methode geschikt is, wordt rekening gehouden met de algehele gezondheid van de patiënt, zijn leeftijd en de locatie of grootte van de tumor.

Neurochirurgie

Dit is een invasieve ingreep die erop gericht is de tumor geheel of in ieder geval voor een aanzienlijk deel te verwijderen. De operatie wordt onder algehele narcose uitgevoerd. Het slagingspercentage is relatief hoog. Ongeveer 90% van de tumoren wordt verwijderd.

Als de tumor niet volledig kan worden verwijderd vanwege de gecompliceerde lokalisatie of het hoge risico op blijvende restverschijnselen, wordt slechts een deel van de tumor verwijderd.

De rest van het achtergebleven weefsel wordt behandeld met radiotherapie, die de groei van de rest van de tumor stopt. Zo wordt voorkomen dat de tumor opnieuw op belangrijke hersenstructuren gaat drukken.

Tijdens de operatie is het ernstigste risico schade aan de stato-akoestische zenuw met blijvend en onomkeerbaar gehoorverlies en schade aan de aangezichtszenuw, die vlakbij ligt.

Beschadiging van deze zenuw, de n. facialis, leidt tot verlamming van de aangezichtsspieren van het middengezicht. Deze aandoening is zeer moeilijk te revalideren. Patiënten blijven achter met blijvende restverschijnselen.

Een ander risico is schade aan de hersenstam, wat fataal kan zijn.

Om deze risico's te vermijden, gebruiken neurochirurgen perioperatieve neuromonitoring.

Methoden voor radiotherapie

Radiotherapie is een niet-invasieve behandelmethode waarbij de huid van de patiënt niet wordt beschadigd en de behandeling uitwendig wordt toegepast. Het wordt gebruikt om zowel kwaadaardige als goedaardige tumoren te behandelen.

Radiotherapie wordt toegepast om de groei van de tumor te stoppen, die zelfs kan krimpen.

Hierbij wordt een specifiek gebied bestraald met ioniserende, radioactieve straling. Deze straling verstoort de celgroei van de tumor, waardoor de tumorcellen zich niet meer vermenigvuldigen en beginnen af te sterven.

Stereotactische radiochirurgie

Bij stereotactische radiochirurgie wordt de plaats van de tumor in één keer bestraald met een hoge dosis straling, een speciaal gesneden bundel, met minimale impact op het omliggende gezonde hersenweefsel.

Dunne bestralingsbundels worden vanuit verschillende richtingen op het doelwit gericht. Ze sparen de omliggende structuren en creëren een kruising van deze stralen met hoge dosis in de tumor.

Er worden verschillende moderne apparaten gebruikt om hersentumoren te behandelen met stereotactische radiochirurgie, bijvoorbeeld de CyberKnife®, die gebruik maakt van een robotarm, het Gamma Knife of de LINAC lineaire versneller.

Het verschil zit in het soort straling dat ze produceren. Het CyberKnife gebruikt kunstmatig geproduceerde ioniserende straling. Het Gamma Knife gebruikt een natuurlijke bron van ioniserende straling, namelijk kobalt.

De lineaire versneller gebruikt de straling die wordt geproduceerd wanneer snel vliegende elektronen worden afgeremd.

Het doel van de procedure is om verdere groei van het neuroom te voorkomen. Resten van het gehoor blijven behouden en de oogzenuw wordt omzeild, waardoor het gezichtsvermogen behouden blijft. Het wordt ook gebruikt als postoperatieve behandeling voor tumoren die niet volledig zijn verwijderd.

De basisstap bij het starten van de behandeling is het lokaliseren van de tumorlocatie en deze vast te zetten met een stereotactische ring.

De stereotactische ring wordt op het hoofd van de patiënt bevestigd. Hij wordt met vier koolstofschroeven met titanium uiteinden rechtstreeks op de botten van de schedel vastgezet.

Zo'n ring is meestal gemaakt van titanium of keramiek. Dit materiaal vormt geen zogenaamde artefacten op computertomografie (CT).

Consistente fixatie is essentieel voor een correcte bestraling van de kleine tumorafzetting. De patiënt beweegt geen millimeter, waardoor het risico dat gezond weefsel wordt aangetast minimaal is.

Stereotactische bestraling duurt ongeveer 30-60 minuten. Na verwijdering van de stereotactische ring blijft de behandelde patiënt 1 tot 2 dagen in het ziekenhuis, afhankelijk van de klinische toestand van de patiënt.

Deze speciale bestraling is alleen beschikbaar in zeer gespecialiseerde oncologieafdelingen.

Stereotactische bestraling

Als de tumor zich in de buurt van kritieke structuren bevindt (hersenstam, visuele structuren, hypothalamus), wordt herhaalde stereotactische bestraling uitgevoerd in kleinere doses, ongeveer 3 tot 7 keer.

Dit voorkomt dat hoge stralingsdoses de omliggende gezonde kritieke structuren beschadigen.

De behandeling duurt 3-5 dagen en wordt goed verdragen door patiënten.

Natuurlijk heeft deze behandeling een aantal bijwerkingen, waaronder haaruitval, huidirritatie en neurologische problemen door de lage absorptie van straling door gezonde delen van de hersenen.

fdeel op Facebook