Behandeling van botkanker: chirurgie, radiotherapie en chemotherapie, geneesmiddelen
Een doeltreffende behandeling van bottumoren vereist interdisciplinaire samenwerking.
Bij de multidisciplinaire aanpak zijn kinderartsen, huisartsen, orthopeden, pathologen, oncologen, radiologen en specialisten op het gebied van revalidatie en fysiotherapie betrokken.
De behandeling van musculoskeletale tumoren zelf heeft de afgelopen 40-50 jaar vooruitgang en veranderingen in aanpak gekend, waardoor de overlevingskansen en de prognose voor patiënten zijn verbeterd.
Nieuwe inzichten in de transformatie van kwaadaardige cellen bieden therapeutische mogelijkheden voor genetische manipulatie.
Het doel van behandelingsregimes is radicale verwijdering van de primaire tumor, vaak in combinatie met systemische chemotherapie en/of radiotherapie.
Vaak wordt vóór de operatie zogenaamde neoadjuvante chemotherapie toegediend om de tumor te verkleinen.
De chirurgische aanpak kan de samenwerking vereisen van een orthopedisch chirurg en een vaatchirurg, thoraxchirurg of plastisch chirurg. Bij onvolledige verwijdering van de tumor is de kans op herhaling groot.
De chirurgische technieken zijn sterk geëvolueerd. Denk niet meteen aan een radicale amputatie.
Bij tumoren van de ledematen kunnen de meeste patiënten een zogenaamde limb-sparende operatie ondergaan. Bij deze operatie wordt het aangetaste deel van het bot tot op het gezonde weefsel verwijderd en vervangen door een prothese. Na de operatie is een grondige revalidatie van de patiënt van groot belang.
Bij sommige patiënten kan amputatie van het ledemaat noodzakelijk zijn. Meestal gaat het dan om patiënten met een grote tumor of een agressieve, zich snel uitbreidende tumor die niet veilig kan worden verwijderd.
De gebruikte chemotherapiemiddelen zijn methotrexaat, doxorubicine, cisplatine, carboplatine, ifosfamide, topotecan, enz. Ze worden toegediend volgens internationale standaardprotocollen, afhankelijk van het specifieke type tumor.
Radiotherapie speelt een belangrijke rol bij de behandeling van botkanker (bijvoorbeeld bij het wegwerken van residuen na een operatie) en bij het voorkomen van complicaties. Het therapeutisch gebruik ervan bij de initiële behandeling is bij sommige typen beperkt. Zo is osteosarcoom bijvoorbeeld zeer radioresistent.
Ook de behandeling van botmetastasen vereist een multidisciplinaire aanpak.
Botmetastasen kunnen, als er geen ruggenmergcompressie of pathologische fractuur is, aanzienlijk worden beïnvloed door antikanker- en antiresorptietherapie. Op die manier blijven de mobiliteit en de zelfredzaamheid van de patiënten behouden.
Een betere prognose wordt bereikt als er geen groot aantal botmetastasen aanwezig is, als deze niet gepaard gaan met metastasen naar andere systemen en als een primair tumorbed wordt geïdentificeerd.
Bisfosfonaten (bv. pamidronaat, zoledroninezuur enz.) en gerichte behandeling met het monoklonale antilichaam denosumab, pijnstillers, radio-isotopen, externe bestraling, orthopedische en chirurgische ingrepen worden gebruikt bij de behandeling van botmetastasen.