Behandeling van sarcoïdose: medicijnen en soms chirurgie
Meer dan 75% van de gevallen van sarcoïdose heeft geen specifieke behandeling nodig omdat de klinische symptomen minimaal zijn. Als de aandoening verergert, is het belangrijkste doel van de behandeling om de ontsteking te elimineren en zo de symptomen van de ziekte zelf aan te pakken.
Onbehandelde symptomatische sarcoïdose kan ernstigere gevolgen hebben voor het lichaam en de levenskwaliteit van de patiënt. Behandelde en gecontroleerde sarcoïdose heeft daarentegen een relatief goede prognose.
In de meeste gevallen verdwijnen de symptomen van behandelde/bewaakte sarcoïdose binnen enkele jaren.
Farmacologische behandeling kan bestaan uit het gebruik van immunosuppressiva. Immunosuppressiva zijn geneesmiddelen die de bijwerkingen van het lichaamseigen immuunsysteem onderdrukken.
Voor medische complicaties worden vooral systemische ontstekingsremmende corticosteroïden gebruikt, die de reactie van het immuunsysteem dempen. Deze hebben echter ook een aantal bijwerkingen en zijn daarom niet geïndiceerd op de lange termijn.
Therapie met inhalatiecorticosteroïden is een mogelijk alternatief voor lokale longbetrokkenheid, verminderde capaciteit en droge hoest.
In zeldzame gevallen is chirurgische behandeling geïndiceerd in geval van ernstige orgaanschade (longen, hart, lever...).
De behandeling bestaat ook uit regelmatige controle van het calciumgehalte in het bloed van de patiënt.
Na genezing worden patiënten lange tijd gevolgd in longklinieken. Regelmatige controles omvatten meestal een pneumologisch onderzoek met een röntgenfoto van de borstkas en een onderzoek van de vitale capaciteit van de longen.
Er worden ook regelmatig oogcontroles uitgevoerd op het risico van ziekten en ontstekingen in het ooggebied.