Behandeling van netvliesloslating: medicijnen of invasieve aanpak?
Het succes van de behandeling hangt rechtstreeks af van de vroegtijdige detectie van netvliesloslating. De procedure moet in ieder geval zo snel mogelijk worden uitgevoerd, anders bestaat het risico op blijvende gezichtsstoornissen en zelfs blindheid.
Natuurlijk zijn factoren zoals:
- het tijdstip en de duur van de netvliesloslating
- de omvang van de schade
- de plaats van de loslating
- de leeftijd van de persoon
- de aanwezigheid en mate van bijziendheid (slechtere resultaten bij dioptrieën groter dan -6)
Bij de behandeling worden vervolgens verschillende technieken gebruikt, zoals laserbehandeling van de scheur, cryoretinopexie of opvulling. De essentie van de chirurgische procedure is het sluiten van de netvliesscheur.
Er zijn twee basisbenaderingen, namelijk uitwendig en inwendig.
In het geval van de uitwendige benadering wordt een vulling (episclerale vulling) of serclage (in het geval van meerdere netvliesgaatjes) uitgevoerd. Het principe is om het oogwit (sclera) naar binnen te buigen. De lagen van het oog worden zo samengedrukt, waardoor de netvliesloslating wordt beperkt.
Het basisprincipe is de werking van een siliconenmateriaal van buiten het oog, dat druk uitoefent op de sclera. Bij meervoudige laesies wordt een sclerale gesp aangebracht, die het oog omsluit met uitzondering van het gebied dat bedoeld is voor lichtinval in het oog. De gesp oefent druk uit als een riem.
Minimaal invasieve methoden zijn onder andere laser (photocoagulatie). De laser wordt gebruikt om een gat/scheur door het netvlies van het oog te branden. Dit veroorzaakt littekenvorming en last het netvlies vast aan het onderliggende weefsel. Bevriezing (cryoretinopexie) maakt gebruik van een lage temperatuur die wordt toegepast met een sonde, die ook een litteken creëert en het netvlies vastzet aan de wand van het oog.
Dit voorkomt de progressie van schade aan het netvlies en het gezichtsvermogen.
De basis van de inwendige benadering is een vitrectomie, d.w.z. verwijdering van het glasvocht en behandeling van het netvlies. De ruimte wordt vervolgens gevuld met siliconenolie (of gas bij pneumatische retinopexie) om de functie van het glasvocht te vervangen. Het netvlies wordt op deze manier tegen het vaatvlies gedrukt.
Na de operatie treedt genezing en herstel op en het hele proces duurt enkele maanden.
Door de vorm van de ziekte is het soms nodig om de ingreep te verpakken en in sommige gevallen treedt het vereiste herstel niet op. Het gezichtsvermogen wordt gecorrigeerd, maar de uiteindelijke gezichtsscherpte is niet altijd in dezelfde staat als voor de ziekte.
Naar verluidt is ongeveer 85% van de gevallen in eerste instantie succesvol. Ongeveer 15% vereist een tweede procedure (of meer).