Behandeling van lactose-intolerantie: medicatie of dieet?
De sleutel tot een succesvolle behandeling is een juiste diagnose en of het echt om een allergie of een intolerantie gaat.
Het nemen van dieetmaatregelen in de vorm van het elimineren/uitsluiten van zuivelproducten of lactose uit het dieet is de sleutel tot behandeling.
Het verminderen van de inname van melkeiwit in de vroege kinderjaren kan leiden tot onvoldoende inname van calcium en andere voedingsstoffen die nodig zijn voor een goede ontwikkeling.
Het is daarom raadzaam om andere alternatieve bronnen van calcium te kiezen. Het is ook mogelijk om de pasgeborene lactosebeperkte melkvoeding te geven. Deze melk bevat echter nog steeds koemelkeiwit en is daarom niet bedoeld voor mensen met een melkallergie.
Bij adolescenten en volwassenen is lactose-intolerantie in de voeding individueel en afhankelijk van de enzymatische activiteit van lactase in het darmkanaal. Het wordt echter aanbevolen om lactose niet volledig uit de voeding te bannen, maar om individueel te testen welke producten wel en niet gezondheidsproblemen veroorzaken.
In vergelijking met conventionele zuivelproducten zijn lactosevrije producten iets duurder, maar het assortiment wordt tegenwoordig steeds uitgebreider en het is steeds minder problematisch om dergelijke voedingsmiddelen in het assortiment te vinden.
Een geschikte keuze voor lactose-intolerantie zijn plantaardige melkvervangers:
- Soja
- Rijst
- Haver
- Kokos
- Amandel
Een mogelijke individuele oplossing is het nemen van een speciaal voedingssupplement in de vorm van druppels of tabletten die het enzym lactase bevatten. Dit wordt ingenomen voordat je voedsel eet dat lactose bevat.
Het doel van het voedingssupplement is om ongewenste symptomen te verlichten, vooral spijsverteringssymptomen.
Vanwege het hoge allergeengehalte is sojamelk echter vaak ongeschikt voor de behandeling van koemelkeiwitallergie. Melk van andere diersoorten, zoals geiten- of schapenmelk, is ook vaak niet geschikt voor kruisallergieën.
Een dieet voor mensen met koemelkeiwitallergie vertegenwoordigt daarom de maximaal mogelijke uitsluiting van dit allergeen uit het dieet.
In de literatuur wordt ook gesuggereerd dat het verbeteren van de darmmicrobiota en het darmmicrobioom tegelijkertijd de lactosetolerantie en klinische symptomen zal verbeteren.