Hoe wordt een longembolie behandeld? Medicijnen en invasieve benadering
De behandeling volgt op de diagnose. Bij het verschijnen van moeilijkheden buiten het ziekenhuis is het natuurlijk noodzakelijk om de persoon in een liggende positie te brengen, met een licht verhoogde positie van de bovenste helft van het lichaam.
Kalmte, losmaken van strakke kleding en snel vervoer voor professioneel onderzoek, bellen naar de medische spoeddienst.
De behandeling zelf is onderverdeeld in conservatief en invasief. In de acute fase wordt trombolytische therapie toegediend om de trombus te verwijderen.
De tromboembolus lost in korte tijd op, waardoor de bloedstroom in de longcirculatie wordt hersteld. Vervolgens wordt de antistollingsbehandeling voortgezet, die ook een preventieve werking heeft tegen herhaling.
De tweede optie is een invasieve ingreep of operatie, die wordt gekozen als trombolyse niet effectief of mogelijk is. Trombo-embolische behandeling is echter in maximaal 90% van de gevallen geïndiceerd.
Pulmonale embolectomie is geïndiceerd, zonder gebruik van extracorporale circulatie volgens Trendelenburg of Marion. Een andere methode is de ECC-vorm (extracorporale circulatie). Deze methode is handiger voor de patiënt en vriendelijker voor het hart, maar wordt alleen uitgevoerd op een hartchirurgieafdeling.
Transveneuze katheterinsertie door pulmonale embolectomie is een katheterisatiemethode waarbij een katheter via de femorale ader of de halsader in de longaders wordt ingebracht en vervolgens wordt gebruikt om de embolus weg te zuigen.
Ondersteunende behandeling is ook belangrijk, afhankelijk van de geassocieerde problemen en het algehele klinische beloop, zoals het toedienen van zuurstof of medicijnen om de hartfunctie te ondersteunen.
Preventie van longembolie is ook belangrijk, vooral wanneer de patiënt of zijn/haar ledematen worden geïmmobiliseerd. Dit bestaat uit het toevoegen van antistollingsbehandeling. Vroegtijdige omgekeerde mobilisatie en ondersteuning voor fysieke activiteit zijn nodig.