Infectieuze mononucleose: behandeling met medicijnen en dieet en kuur
Vanwege de etiologie van het virus is een behandeling met antibiotica niet effectief. In het geval van infectieuze mononucleose bestaat de behandeling voornamelijk uit symptomatische therapie (behandeling van symptomen en verschijnselen).
Er wordt rust voorgeschreven, beperking van overmatige lichamelijke activiteit, een dieet dat de lever niet belast en voldoende drinken. Farmacotherapie (pijnstillers, koortswerende middelen) wordt gebruikt om pijnlijke verschijnselen en hoge temperaturen te verminderen.
Het verloop van de behandeling zelf hangt altijd af van de ernst van de symptomen.
In de meeste gevallen zijn bezoeken (controles) aan de arts in combinatie met thuisbehandeling voldoende. Als de ziekte echter een ernstig beloop heeft, is ziekenhuisopname van de patiënt op de afdeling infectieziekten van het ziekenhuis noodzakelijk.
Dit is vooral het geval bij ademhalings- en slikproblemen, hevige buikpijn of langdurige hoge koorts.
Alcohol, overmatige inname van eenvoudige suiker en zout, gefrituurd en vet voedsel moeten worden beperkt als onderdeel van een leverdieet. De basis van een gezonde levensstijl is de inname van voedsel dat rijk is aan voedingsstoffen, mineralen, vitaminen en eiwitten.
Het drinken van zuiver water en ongezoete thee is noodzakelijk om uitdroging te voorkomen. Het drinken van kruidenthee voor leverregeneratie is ook ondersteunend. Overleg met een arts is echter aan te raden.
Het wordt aanbevolen om het leverdieet minstens 3 maanden te volgen.
De levensstijl hangt voornamelijk af van het succes van de behandeling en follow-up bloed- en leveronderzoeken. Veranderingen in bloedonderzoeken normaliseren in ongeveer 2-3 maanden.
Symptomen van infectieuze mononucleose duren zelden langer dan 4 maanden. De meeste patiënten met mononucleose herstellen binnen 4 weken van de eerste vervelende symptomen.
Na genezing blijft het Epstein-Barr virus echter in een latente (verborgen) vorm in het menselijk lichaam aanwezig. Het immuunsysteem heeft al immuniteit opgebouwd tegen dit type virus, dus reactivatie van het virus is zeldzaam.
Als het echter gebeurt, wordt het gereactiveerde mononucleose genoemd.