Gewoonlijk komt boezemfibrilleren voor bij ongeveer 5 procent van de mensen en er zijn drie vormen wat betreft de duur van de aandoening. De eerste is de paroxysmale vorm, die minder dan 7 dagen duurt, maar meestal minder, en vanzelf ophoudt zonder dat er ingegrepen hoeft te worden. De tweede vorm is de persisterende vorm, die meer dan 7 dagen duurt en waarbij medisch ingrijpen nodig is. Er is ook een permanente vorm, die vaak gepaard gaat met een andere complicatie.
Boezemfibrilleren zelf betekent dat de twee boezems van het hart niet in staat zijn om samen te trekken. Ze zijn niet in staat om bloed uit te stoten naar de hartkamers, waardoor het daar alleen passief komt door het op te zuigen. Bij een gezond persoon is dit misschien niet zo'n probleem als bij iemand met een ziekte, waar al complicaties optreden. Tegelijkertijd veroorzaakt dit ook een onregelmatige hartslag, dat wil zeggen een verandering in de snelheid waarmee het hart werkt. Meestal is er een toename in snelheid, omdat het hart probeert om ondanks het probleem sneller bloed in de circulatie te pompen.