Behandeling van amyloïdose: medicijnen, chemotherapie tot transplantatie
Er is nog geen specifiek geneesmiddel bekend om amyloïdose te behandelen.
Omdat er verschillende soorten amyloïdose zijn met verschillende oorzaken, zal ook de behandeling van deze aandoening variëren.
De therapie voor de ziekte zelf is gericht op het verminderen van de symptomen en het verlichten van de symptomen van de ziekte door verdere productie van amyloïd eiwit en dus schade aan organen te voorkomen.
Chemotherapie
AL amyloïdose wordt behandeld met dezelfde of vergelijkbare medicijnen als sommige vormen van kanker. Het doel van de therapie is het stoppen van de groei van abnormale cellen en het elimineren van de kloon van plasmacellen die het eiwit produceren dat leidt tot de vorming van amyloïd.
Als de productie en opslag van amyloïd stopt, kan het lichaam zich zelfs volledig ontdoen van het overtollige amyloïd dat zich in de organen heeft opgehoopt.
Op deze manier kunnen organen die nog niet blijvend beschadigd zijn, worden gered.
Transplantatie
Chemotherapie wordt vaak gecombineerd met een autologe hematopoëtische celtransplantatie om het effect van de therapie te versterken.
Bij deze procedure worden de eigen stamcellen van de patiënt via een ader uit het bloed gehaald en voor korte tijd opgeslagen. Tijdens deze periode neemt de patiënt hoge doses chemotherapie.
De stamcellen worden vervolgens via een ader teruggevoerd naar het lichaam van de patiënt.
De transplantatie is alleen geschikt voor patiënten die nog geen ernstige orgaanschade hebben, vooral aan het hart.
Ondersteunende therapie
Ondersteunende therapie is een belangrijk onderdeel van de juiste therapie. Het verlicht de symptomen die het gevolg zijn van orgaanschade.
Als de nieren beschadigd zijn en het nefrotisch syndroom (uitplassen van grote hoeveelheden eiwit) zich ontwikkelt, worden zout- en vochtbeperking, diuretica (plastabletten), albuminevervanging en, in het geval van remissie van amyloïdose, niertransplantatie aanbevolen.
Bij patiënten die geen geschikte kandidaat zijn voor niertransplantatie, is dialyse een optie.
Dialyse maakt gebruik van een machine die periodiek alle metabolische afvalstoffen, zouten en vloeistoffen uit het bloed filtert.
Op deze manier wordt de functie van de nieren vervangen.
Bij hartschade en daaropvolgend hartfalen wordt een behandeling met diuretica en aldosteronantagonisten ingesteld.
Ernstige hartritmestoornissen (aritmieën) worden behandeld door toediening van bijvoorbeeld amiodaron. Digoxine is in dit geval ongeschikt. Als het hartritme niet wordt gecorrigeerd, is chirurgische pacemakertransplantatie geïndiceerd.
Bij patiënten met ernstige maar geïsoleerde hartschade is harttransplantatie aangewezen.
Sommige soorten amyloïd vormen zich in de lever, dus levertransplantatie kan deze productie stoppen.